Achtergronden

Psyray Professional gebruikt informatie van je lichaamscellen om je emotionele patronen te begrijpen. Het is ons idee dat je lichaam en geest samen één geheel vormen en elke cel in je lichaam heeft zijn eigen frequentie en verhaal. Door deze frequenties te scannen en te analyseren, kunnen we snel de gemoedstoestand van je lichaam vaststellen. Met complexe berekeningen identificeert de software de oorzaak van deze gevoelens en biedt concrete oplossingen in duidelijke stappen.

Technieken

In de wereld bestaat al heel lang de behoefte om inzicht te krijgen in de processen van de mens, zowel psychisch als ook fysiek. De huidige (para) medische hulpverlening maakt gebruik van verschillende technieken om achter deze informatie te komen. Het ‘uitlezen’ van informatie uit het menselijk lichaam kan op drie manieren:

  1. Fysiologisch
  2. Electroacupunctuur
  3. Radiologisch

Fysiologisch

De verschillende bioresonantie-apparaten werken doorgaans met elektroden die de patiënt vasthoudt. Hierbij wordt de huidweerstand gemeten door een elektrisch circuit te maken. De signalen worden tijdens het testen door de hardware uitgevoerd als elektromagnetische signalen. Met behulp van een eenvoudig en veilig laagspanningscircuit dat wordt gevormd door twee elektroden op het lichaam. Daarmee wordt de reactie van het lichaam op die signalen geregistreerd.

De gemeten respons is kleine veranderingen in de elektrische weerstand van de huid.

Dit idee is uitgewerkt in verschillende apparaten zoals SCIO, Indigo, Energetix, L.I.F.E., MARS III en Asyra.

Electroacupunctuur

Bij elektroacupunctuur wordt geen gebruik gemaakt van naalden, maar afhankelijk van de leverancier van onder andere testpennen, elektroden op de vinger, handvatten en voetplaten.

Eind jaren veertig van de twintigste eeuw begon de Duitse arts en ingenieur dr. Reinhard Voll met het ontwikkelen van elektroacupunctuur volgens Voll (EAV), ook wel bekend als Vollse acupunctuur, en als Elektro-Dermale Screening (EDS).

Elektroacupunctuur volgens Voll volgt het idee van de acupunctuur dat het lichaam is ingedeeld in meridianen, dat een energie-systeem in het lichaam uit balans kan raken, en dat problemen bij de acupunctuurpunten te meten zijn.

Voorbeelden van dergelijke apparaten zijn BICOM, MORA, VEGAtest en Prognos

Radiologisch

Radiologische apparatuur wordt gebruikt voor het opzoeken van de aard en de plaats van een ziekte, letsel of aandoening door middel van stralen of golven. Bij radiologische apparatuur wordt uitgegaan dat het weefsel energie uitzend dat elektromagnetisch kan worden uitgelezen (met antennes). Er wordt gebruik gemaakt van magnetisme en elektrische lading.

Elke toepassing heeft weer zijn eigen frequenties waarop ‘gelezen’ wordt. MRI, EGC en CT werken met een magnetisch veld om de elektrische lading op specifieke frequenties te scannen. Echografie werkt met geluidsgolven. META-scan, ETAscan, Oberon, Metatron en Psyray werken binnen het magnetisch veld met verschillende frequentiebanden om deze frequenties als draaggolf te gebruiken om de bemonsterde informatie te kunnen lezen.

PSY-ray Professional

Psyray technologie

Inmiddels zijn we met Psyray technologie aangekomen bij versie 4.0. Deze is opnieuw ontwikkeld met alle kennis sinds 1973 tot een nieuw product dat in 2019 in productie ging. Ruim 4 jaar lang is er gewerkt aan de verbetering van de scanning technologie en interactie met de Psyray software intelligence. Om een beeld te geven van de resultaten van deze ontwikkeling zijn hierbij de grootste verschillen met de oude technologische basis, die o.a. nog in andere radiologische systemen wordt gebruikt.

Psyray 4.0 technologieNLS technologie
3 trigger sensors1 trigger sensor
5 additionele sensoren0 additionele sensoren
17 eenheden grafiek9 eenheden grafiek
92%-95% betrouwbaarheid85%-95% betrouwbaarheid
Psychologisch gerichte algoritmesFysiek gerichte algoritmes
Toont huidige procesToont huidige pathologie
Gericht op bewustwordingGericht op reparatie
Werkt vanuit kernstukkenWerkt vanuit difficienties
Scan-engine uit 2019Scan-engine uit 2006
Software in 7 talen (Nl, En, De, Fr, Es, It, Ru)Software niet in Nederlands

Het verloop van een sessie

Aan het begin van de sessie wordt de Psyray hoofdtelefoon op je hoofd geplaatst, terwijl je rustig op je stoel blijft zitten. Vervolgens begint de scan, die je kunt volgen op het beeldscherm. Je ziet daarbij energiewaarden, curven van je relevante fysiologische functies en organen voorbij komen zoals hersenen, hart, longen, maag, lever, zenuwstelsel, tot en met cellen en chromosomen. Deze gegevens vormen tevens het startpunt voor verdere analyse waarmee jouw integrale verhaal van je huidige proces wordt opgebouwd.

Wetenschappelijke achtergrond

Basisprincipes van Psyray Technology: PsychoPhysica

Psyray is een niet-lineair systeem (NLS) gebouwd op een nieuw paradigma van entropie en kwantum informatiekoppelingen en -logica. Aan de ontwikkeling van de databases liggen psycho analytische kenmerken ten grondslag. Dit maakt Psyray tot een PsychoPhysical systeem.

De belangrijkste uitgangspunten zijn:

Het feit dat de informatie een materiële categorie is, wordt inmiddels erkend. Eerdere natuurkundige theorieën die de interactie van informatie in de omgeving beschrijven (Claude Shannon’s informatietheorie, Norbert Wiener’s cybernetica) beschouwden informatie als een wiskundige abstractie, ze beschreven de basiswetten van de informatie-uitwisseling, maar onthulden niet de fysieke essentie ervan. Deze theorieën verklaarden niet de interactie van de basiscategorieën van materie – massa, energie en informatie, noch verklaarden ze het ontstaan van basisinformatie in het proces van de wetenschappelijke cognitie.

 

Kwantumgegevens

De eigenschappen van kwantuminformatie zijn essentieel, maar een bijzonder serieus aspect dat kwantuminformatie dat onderscheidt van klassieke informatie is te vinden in John Bell’s werk uit 1964. Volgens Bell kan kwantuminformatie worden gecodeerd (en wordt deze ook feitelijk gecodeerd) in niet-lokale correlaties tussen verschillende delen van het fysieke systeem, in correlaties die geen klassiek analoog hebben.

De studie van quantuminformatie als een sequentiële discipline begon in de jaren tachtig en bloeide op in de jaren negentig. Veel van de belangrijkste resultaten van de klassieke informatietheorie hebben quantum-analogen die recentelijk zijn ontdekt en ontwikkeld. Sommige daarvan gebruiken we, waaronder compressie van kwantuminformatie, begrenzen van klassieke informatie die gecodeerd is in kwantumsystemen, begrenzen van kwantuminformatie die op betrouwbare wijze via een kwantumkanaal met interferentie (ruis) wordt verzonden.

Gezien het feit dat kwantuminformatie veel ongewone eigenschappen heeft, zou men verwachten dat de kwantumtheorie een diepgaand effect zou hebben op ons begrip van de informatica. Maar, geheel onverwacht, werd dit mogelijk gemaakt door Peter Shore in april 1994. Shore toonde aan dat een computer effectief in grote aantallen kan factoriseren.

Factorisatie (ziet vinden van eenvoudige samengestelde getalsmultiplicatoren) is een voorbeeld van een moeilijk op te lossen probleem met de volgende eigenschappen:

  • De gevonden oplossing kan eenvoudig worden gecontroleerd.
  • Maar het is moeilijk om een oplossing te vinden.

 

Kwantumlogica

Kwantumlogica met daarop gedefinieerde kwantumtoestanden is in feite een niet-klassieke waarschijnlijkheidstheorie. De moeilijkheid was de consequente ontwikkeling en integratie van niet-schakelbare versies van klassieke concepten.

Na het instellen van algebraïsche logica is het noodzakelijk om logische concepten en problemen om te zetten in algebraïsche, wat het mogelijk maakt om logica en de eigenschappen ervan te onderzoeken met behulp van algebraïsche methoden. Met deze benadering wordt kwantumlogica logica, semantisch bepaald door een  algebraïsche structuur.

 

Entropie

In niet-evenwichts (onomkeerbare) processen dient entropie ook als maat voor de mate waarin het systeem dicht bij het evenwicht is: hoe meer entropie, hoe dichter het systeem bij het evenwicht is (in de thermodynamische evenwichtsstaat is de entropie van het systeem maximaal).

 

Quantum Entropic Logic

Quantum Entropic Logic is een symbiose van kwantum informatie en kwantum logica die ons in staat stelt om de entropie van de toestand van een biologisch object (mens) met inbegrip van zijn psyche te evalueren met behulp van wiskundige methoden.

De conclusies van de Quantum Entropic Logic zijn de volgende:

  • Elk materieel object van biologische of niet-biologische aard verhoogt zijn niveau van structurele organisatie wanneer het informatie uit de omgeving opneemt, d.w.z. het wordt complexer en duurzamer.
  • Elk materieel object van biologische of niet-biologische aard verlaagt zijn niveau van structurele organisatie wanneer het informatie verliest, waardoor het minder stabiel en meer ongeorganiseerd wordt. Voor een biologische object betekent verlies van structurele organisatie (informatie) een verslechtering van adaptief gedrag, de ontwikkeling van ziekten en, ten slotte, de dood van het organisme.
  • Er is altijd informatieruis rond elk destructurerend object dat informatie verliest. Hoe intensiever de vernietiging van een biologisch object, hoe acuter het ziekteverloop wordt geregistreerd en hoe hoger het informatieruis rond dat object. Als we dus het niveau van het informatieruis rond een biologisch object meten, zullen we de snelheid van de vernietiging van dat object kunnen beoordelen; en als we de frequentie-eigenschappen van achtergrondruis meten, zullen we weten welke weefsels in het lichaam worden vernietigd en meer zijn veranderd dan andere, omdat elk weefsel in een levend organisme zijn eigen specifieke frequentiespectrum heeft dat verschilt van de andere.

 

Informatie samenstelling van biologische objecten

  • Het is bekend dat er verschillende mechanismen zijn om de homeostase (interne omgeving) van het lichaam te controleren.
  • Volgens V.I. Vernadsky, ‘is er in de biosfeer een grote geologische, misschien kosmische kracht, waarvan de planetaire werking gewoonlijk niet wordt meegenomen in de weergave van de kosmos … Deze kracht is de menselijke geest, de aspiratie en de georganiseerde wil van de mens als schepsel van de samenleving’
  • Het concept van ‘noosfeer’ werd voorgesteld door de professor wiskunde aan de Sorbonne, Edward Le Roy, die het interpreteerde als een ‘denkend’ omhulsel gevormd door het menselijk bewustzijn. E. Leroy benadrukte dat hij op dit idee was gekomen samen met zijn vriend, de geoloog en paleontoloog evolutionalist, en de katholieke filosoof Pierre Teillard de Chardin. Daarbij baseerden Leroy en Chardin zich op de lezingen over geochemie die Vladimir Ivanovitsj Vernadski in 1922/1923 aan de Sorbonne gaf.
  • Verder werden deze ideeën ontwikkeld in het werk van Karl Pribram ‘Languages of the Brain’. Karl Pribram (door Karl H. Pribram; 1919-2015) een Amerikaanse neurochirurg, neuroloog en psycholoog van Oostenrijkse afkomst. De door de auteur voorgestelde en ontwikkelde interdisciplinaire benaderingen op het gebied van ‘holografische neurofysiologie’ zijn gekoppeld aan de ideeën van de cybernetica. Pribram overwoog dat het geestelijk gedrag van een persoon een gevolg is van de verwerking (codering en transcodering) van informatie die zijn hersenen binnenkomt: figuratief en semantisch.
  • Deze ideeën werden verder ontwikkeld in het werk van P. Garyaev, die, werkzaam bij de USSR Academy of Sciences (1984-1998) als senior onderzoeker en teamleider, twee voorheen onbekende, ongebruikelijke soorten geheugen van DNA-moleculen ontdekte. Dit werd geregistreerd door een methode van correlatie-laserspectroscopie.

 

Mechanismen van Homeostase

Het is bekend dat er verschillende mechanismen zijn voor de controle van de homeostase (interne omgeving) van het organisme.

  • Het eerste is het mechanisme van humorale (biochemische) controle van de homeostase. Dit mechanisme wordt door de moderne geneeskunde tot in detail bestudeerd (het bestaat uit biologisch actieve stoffen zoals enzymen en hormonen, die in het bloed worden afgescheiden). Dit is een langzaam proces dat uren of dagen kan duren. Snelle fysiologische processen kunnen niet door dit mechanisme worden gereguleerd.
  • Het volgende mechanisme is zenuwregulatie. Dit is een relatief snelle manier van reguleren. Maar er zijn bepaalde cellen in een organisme (rode bloedcellen, witte bloedcellen) die niet kunnen worden geïnnerveerd en tegelijkertijd onmiddellijk reageren op beïnvloeding. Daarom worden zowel zenuw- als humorale mechanismen of regulering uitgesloten.
  • Er zou dus een derde belangrijk mechanisme van homeostase controle moeten zijn. Dit mechanisme werd de golfmethode van homeostase-regulatie genoemd.

Elke cel of elk weefsel in een organisme kan worden beschouwd als een ontvangend en zendend radiostation. Het signaal van biologische regulering dat wordt gebruikt bij informatie-uitwisseling in biologische systemen heeft een complexe structuur. Als we een radiostation als voorbeeld nemen, hebben we één draaggolf frequentie met een hoogfrequent spectrum dat wordt gemoduleerd door een laagfrequente component die geluid (radio) of beeld (televisie) draagt. We zien hetzelfde principe in biologische systemen, maar niet met twee modulatie niveaus zoals in technische apparaten. Biosystemen hebben honderdduizenden van dergelijke niveaus. Elke hoogfrequente component wordt gemoduleerd door een component met een lagere frequentie. Dit principe wordt gereduceerd tot zeer lage frequenties (tot aan enkele hertz). Deze zijn gecorreleerd met hersenfrequenties.

Dezelfde wetten zijn van toepassing op technische apparaten: de hoogfrequente component van het signaal is de energie (drager) component en is verantwoordelijk voor de doorgang van het signaal, de laagfrequente componenten dragen de informatie zelf. Daarom moeten we het informatieruissignaal van het infrequente tot het laagfrequente bereik bestuderen om meer informatie te krijgen.

Elk biologisch weefsel bevat DNA dat het lichaam gemeenschappelijk heeft en wordt vertegenwoordigd in het gehele bereik van deze frequenties, maar heeft een specifieke frequentie voor dit weefsel. Op een bepaald punt in dit bereik overschrijdt de karakteristieke signaalamplitude van een bepaald weefsel alle andere frequentiecomponenten. Deze frequentie wordt de natuurlijke frequentie van het weefsel genoemd.

De wet is deze: hoe hoger de structurele organisatie van weefsel, hoe hoger de natuurlijke frequentie. Zo heeft botweefsel de laagste natuurlijke frequentie en heeft de cortex de hoogste frequentie in het weefselfrequentiebereik.

 

Fysieke dragers van energie-informatie-interacties in biologische structuren

Gebaseerd op de ideeën van V.I. Vernadsky over de biosfeer dat ontwikkeld werd aan het begin van de jaren twintig, werd in 1926 in het boek ‘Biosphere’ gepubliceerd, bestaande uit twee essays: ‘Biosphere in Space’ en ‘Area of Life’.

Volgens Vernadsky is de biosfeer een georganiseerd, dynamisch en duurzaam evenwichtig, zelfvoorzienend en zelfontwikkelend systeem.

Het belangrijkste kenmerk van de organisatie is de biogene migratie van chemische elementen die worden geproduceerd door de levenskrachten, waarvan de energiebron de stralingsenergie van de zon is.

Samen met andere geosferen vormt de biosfeer een enkel planetair ecologisch systeem van de hoogste orde, waarin een enkele planetaire organisatie opereert.

Op deze manier:

  • beschouwen we een biologisch object (de mens en zijn psyche) als een open modulair systeem waarin interne en externe modules (structuren) met elkaar interageren volgens het principe van hiërarchische verbanden.
  • hebben modules (structuren) gemeenschappelijke fysieke en andere kenmerken die in constante en tijdelijke interactie zijn. Veel van de kenmerken zijn bekend bij de moderne wetenschap. Er zijn nog veel kenmerken die moeten worden geïdentificeerd.
  • kan de interactie van modules (structuren) worden beschreven door de methoden van quantuminformatica en quantumlogica met een wiskundig algoritme dat rekening houdt met entropie (zie hierboven).
  • zijn modules fysieke objecten van levende en levenloze aard (RNA, DNA, cellen, organen, protozoa, virussen, bacteriën, mineralen, elektromagnetische velden, enz.)

 

Fysieke aspecten van informatie-interacties in biologische objecten

Elk biologisch systeem (cellen of weefsels van een organisme) kan worden beschouwd als een cybernetisch systeem of black box. In overeenstemming met de wetten van de cybernetica zal het systeem werken als er twee signalen aanwezig zijn: invoer en uitvoer. Tegelijkertijd zijn we ons niet bewust van de aard van de processen binnen het systeem. Om de toestand van het systeem te evalueren, moeten we de in- en uitgangssignalen van het systeem evalueren.

Door frequentieanalyse van de dissociatie in de grafische spectra kunnen we begrijpen hoe snel en hoe intensief welke weefsels worden vernietigd.

 

Psyray Technology structuur (NLS-Diagnostiek):

De hersenen bestaan uit twee hersenhelften.

  • De linkerhersenhelft -logisch- domineert overwegend bij de mens de rechterhersenhelft. Als mensen een overheersende rechterhersenhelft hebben, dan zijn deze mensen in de regel creatieve individuen met een grote intuïtie.
  • Interne organen worden gecontroleerd door de medulla oblongata, hypothalamus en rechterhersenhelft.
  • De logische beoordeling van de regulering van interne functies is geblokkeerd op het niveau van interhemisferische interacties en bereikt geen logisch begrip en interpretatie.
  • De linkerhersenhelft wordt vooral gekenmerkt door een hoge amplitude van het alfaritme (waaktoestand) en bètaritme (tijdens de slaap).
  • De rechterhersenhelft wordt vooral gekenmerkt door een laagspannings thetaritme.

Wanneer een bio-informatieraster op het menselijk lichaam wordt geprojecteerd, geeft dit een beeld van een geometrisch raster. Dit raster werd voor het eerst beschreven door de oude Chinese geneeskunde als het Jing Luo-meridiaansysteem: een projectie van dit raster op de huid. De snijpunten van de maximale golfamplitudes van verschillende biologische bronnen (rasterpunten) worden acupunctuur (biologisch actieve) punten genoemd. Acupunctuurpunten bestaan niet alleen op het oppervlak van het menselijk lichaam, maar ook in en op het oppervlak van elk orgaan.

We kunnen de toestand van elk specifiek punt in het orgaan beoordelen, waarbij we ons alleen baseren op de kenmerken van biologisch actieve (acupunctuur) punten die strikt individuele golfkarakteristieken hebben (frequentie, porositeit, signaalamplitude en golflengte).

Frequentie-resonantiespectrum van biologisch weefsel

De belangrijkste elementen in de structuur van de Psyray-technologie zijn:

  • Afgifte, ontvangst en verwerking van signalen
  • Antennesysteem
  • Magnetische sensoren
  • Laag frequente trigger-oscillatoren
  • Extra sensoren voor correctie van omgevingssignaal

 

Generatoren

Psyray is in tegenstelling tot andere (NLS klasse) fabrikaten samengesteld uit laagfrequente trigger-generatoren.

Consistente interactie van initiërende signalen, signalen van generatoren en elektromagnetische velden van de hersenhelften met daaropvolgende wiskundige algoritmes (zie hierboven) maakt het mogelijk om de toestand van structuren van een biologisch object (de mens) te beoordelen, van het niveau van DNA tot orgaansystemen.

Literatuurlijst

  1. Kitaev, Quantum measurements and the abelian stabilizer problem online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9511026,1995.
  2. K. Lenstra, J. Cowie, M. Elkenbracht-Huizing, W. Furmanski, P.L. Montgomery, D. Weber, J. Zayer, RSA factoring-by-web: the world-wide status online document http://www.npac.syr.edu/factoring/status.html, 1996.
  3. M. Steane, Active stabilization, quantum computation and quantum state synthesis, Phys. Rev. Lett., 78, 2252-2255 1997.
  4. M. Steane, Error correcting codes in quantum theory, Phys. Rev. Lett., 77, 793-797 1996.
  5. M. Steane, Multiparticle interference and quantum error correction, Proc. Roy. Soc. Lond., A 452, 2551-2577 1996.
  6. M. Steane, Space, time, parallelism and noise requirements for reliable quantum computing Fortsch. Phys., 46, 443-458 1998; online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9708021,1997.
  7. R. Calderbank and P.W. Shor, Good quantum error-correcting codes exist, Phys. Rev, A 54, 1098-1105 1996.
  8. R. Calderbank, E.M. Rains, P.W. Shor, and N.J.A. Sloane, Quantum error correction and orthogonal geometry, Phys. Rev Lett., 78, 405-408 1997.
  9. R. Calderbank, E.M. Rains, P.W. Shor, and N.J.A. Sloane, Quantum error correction via codes over GF4. IEEE Trans. Inf. Theory, 444, pp. 1369- 1387 online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9608006,1996.
  10. Yu. Kitaev, Fault-tolerant quantum computation by anyons, Annals of Phys, 303, 2-30 2003, online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant- ph/9707021,1997.
  11. Yu. Kitaev, Quantum error correction with imperfect gates, in Proceedings of the Third International Conference on Quantum Communication and Measurement, Ed O. Hirota, A.S. Holevo, and C.M. Caves, pp 181-188 New York, Plenum, 1997.
  12. Banai 1983 Banai М. A new approach to quantum field theory and a space-time quantization // Hadronic J. 5. No 5. pp. 1812-1841.
  13. Beran 1984 Beran L. Orthomodular Lattices: Algebraic Approach. Prague: Academia. 1984.
  14. Bernini 1981 Bernini S. Quantum logic as an extension of classical logic // Current Issues on quantum logic / Eds. Beltrametti S., Fraassen B. Van. New York, London: Plenum, 1981, pp. 161- 171.
  15. BirkhofFNeumann 1936 Birkhoff 1., Neumann J. von. The logic of quantum mechanics//Annal. Math., v.37, 1936. pp. 823-843.
  16. Bugajski 1983 Bugajski S. Semantics in Banach spaces // Studia Logica 42, No 1,1983. pp.81-88.
  17. Bennett, D. DiVincenzo, J. Smolin, and W. Wootters, Mixed state entanglement and quantum error correction, Phys. Rev, A 54, 3824-3851 1996.
  18. Miquel, J.P. Paz, and W.H. Zurek, Quantum computation with phase drift errors, Phys. Rev. Lett., 78, 3971-3974 1997; online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9704003,1997.
  19. Monroe, D.M. Meekhof, B.E. King, W.M. Itano, and DJ. Wineland, Demonstration of a fundamental quantum logic gate, Phys. Rev. Lett., 75, 4714-4717 1995.
  20. Nayak and F. Wilczek, 2n quasihole states realize 2”_1-dimensional spinor braiding statistics in paired quantum Hall states, Nucl. Phys. B, 479, 529-553 1996; online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/cond- mat/9605145, 1996.
  21. Carola 1980 Carolai C. Propositions and orthocomplementation m quantum logic // Int J.Theor.Phys. 19, No 5. 1980. pp.369-378.
  22. Cattaneo 1993 Cattaneo G. The ‘Logical’ Approach to Axiomatic Quantum Theory // Bridging the Gap: Philosophy, Mathematics and Physics / G.Corsi étal. eds.. Kluwer, Dordrecht, 1993. pp. 225-260.
  23. Cattaneo et al 2003 Cattaneo 7., Dalla Chiara M. L., Giuntini R. An Unsharp
  24. Cattaneo Nistico 1989 Cattaneo 7., Nislicà G. Brouwer-Zadeh posets and three-valued Lukasiewicz posets // Fuzzy Sets and Systems. 33. 1989. pp. 165-190.
  25. Chang 1982 Chang С C. Logic with Positive and Negative Truth Values // Proceedings of a Colloquium on Modal and Many-valued Logics. Helsinki, 23-26 August, 1962. Acta Phil Fennica, Fase XVI, 1963. pp 19-39.
  26. Chapman 1982 Chapman T. Quantum logic and modality// Log.et Anal. 24. No 93. 1982. pp. 99-111.
  27. Coecke 2002 Coecke B. Quantum Logic m Intuitionistic PeiNpective // Studia Logica Vol.70. No3. 2002 pp.411-440.
  28. Cohen Wartofsky 1974 Logical and epistemological studies in contemporary physics/Ed. by Cohen R.S , Wartofsky M.W Dordrecht etc • Reidel. 1974. Boston Studies in the philosophy of science, vol. 13
  29. Cutland Gibbins 1982 Cutland N. J.t Gibbms P. F. A regular sequent calculus forquantum logic in which л and v are dual // Log.et Anal. 25, No 95. 1982. pp.221-248.
  30. Aharonov and M. Ben-Or, Fault tolerant quantum computation with constant error. In Proceedings of the 29th Annual ACM Symposium on Theory of Computing ACM. New York, 1998, p.176. online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9611025,1996.
  31. Beckman, A. Chari, S. Devabhaktuni, and J. Preskill, Efficient networks for quantum factoring, Phys. Rev, A 54, 1034-1063 1996.
  32. Deutsch, Quantum theory, the Church-Turing principle and the universal quantum computer, Proc. Roy. Soc. bond., A 400, 97-117 1985; перевод: Д. Дойч, Квантовая теория, принцип Черча-Тьюринга и универсальный квантовый компьютер. Квантовый компьютер и квантовые вычисления. — Ижевск, РХД 1999.
  33. Dieks, Communication by electron-paramagnetic-resonance devices.
  34. DiVincenzo and P. Shor, Fault-tolerant error correction with efficient quantum codes. Phys. Rev Lett., 77, 3260-3263 1996.
  35. Gottesman and J. Preskill, unpublished 1997.
  36. Gottesman, A theory of fault-tolerant quantum computation, Phys. Rev. A 57, 127-137 1998 online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant- ph/9702029, 1997.
  37. Gottesman, Class of quantum error-correcting codes saturating the quantum Hamming bound. Phys. Rev., A 54, 1862-1868 1996.
  38. Gottesman, J. Evslin, S. Kakade, and J. Preskill, unpublished 1996.
  39. Gottesman, Stabilizer codes and quantum error correction. Ph.D. thesis, California Institute of Technology online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9705052,1997.
  40. A. Barrington, Bounded width polynomial size branching programs recognoze exactly those languages in АТС1, J. Comp. Sys. Sei., 38,150-164 1989.
  41. G. Cory, A.F. Fahmy, and T.F. Havel, Nuclear magnetic resonance spectroscopy: an experimentally accessible paradigm for quantum computing. In Proceedings of the 4th Workshop on Physics and Computation, T. Toffoli, M. Biafore, and J. Leao eds., Boston, New England Complex Systems Institute, pp. 87-91 1996.
  42. Dalla Chiara 1981 Dalla Chiara M. L Some metalogica! pathologies of quantum logic // Current Issues on quantum logic / Eds. Beltrametti S., Fraassen B. Van. New York, London: Plenum, 1981, pp. 147-158.
  43. Dalla Chiara 1986 Dalla Chiara M. L. Quantum Logic // Handbook of Philosophical Logic Vol. Ill / D.Gabbay and F.Guenthner eds. Dordrecht, Reidel. 1986. pp. 427-469.
  44. Dalla Chiara Toraldo di Francia 1973 Dalla Chiara M. L„ Torahlo di Francia G. A logical analysis of physical theories // Nuovo Cimento, v.3, No 1, 1973.
  45. Dalla Chiara Toraldo di Francia 1976 Dalla Chiara M. L., ToraldodiFrancia G. The logical dividing line between deterministic and indeterministic physics // Studia Logica, v 36, No 1, 1976. pp.1-5.
  46. Dalla Chiara Toraldo di Francia 1993 Dalla Chiara M. L. Toraldodi Francia G. Individuals, Kinds and Names in Physics// Bridging the Gap: Philosophy, Mathematics and Physics / G.Corsi etal. eds . KJuwer, Dordrecht, 1993. pp. 261-283.
  47. Destouchcs-Fevrier 1951 Destouches-Février P. La structure des theories phisi- ques. Prcf. de Broglie L. dc. Pans: Presses Univ. de France, 1951.
  48. Dishkant 1978 Dishkant FS. An Extension of the Lukasiewicz’s logic to the modal logic of quantum mechanics // Studia Logica. 37. No 2. 1976, pp.149-155.
  49. Durr 1935 Durr K. Die Bedeutung der Negation. Grundzuge der empirischen Logik// Erkenntnis. 5. 1951.
  50. Knill and R. Laflamme, Concatenated quantum codes, Techn. Report LAOR-96-2808. online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant- ph/9608012, 1996.
  51. Knill, R. Laflamme, and W. Zurek, Accuracy threshold for quantum computation, online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9610011, 1996.
  52. Knill, R. Laflamme, and W. Zurek, Resilient quantum computation: error models and thresholds, Proc. Roy. Soc. bond. A 454, 365-384 1998 online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9702058,1997.
  53. A. Bais, Flux metamorphosis, Nucl. Phys., В 170, 32-43 1980.
  54. J.MacWilliams, and N.J.A. Sloane, The Theory of Error-Correcting Codes, New York, North-Holland Publishing Company, 1977; перевод: Ф.Дж. Мак-Вильямс, H. Дж. Слоэн, Теория кодов, исправляющих ошибки, Связь, М., 1979.
  55. Fay Toros 1978 Fay G., Toros R Kvanlum logika. Budapest. Gondolât, 1978.
  56. Font etal 1984 Font J.M., Rodriguez A.J. and Torrens A. Wajsberg algebras // Stochastica. 8 1984. pp.5-31.
  57. Fraassen 1981 Fraassen B. C.van. A modal interpretation of quantum mechanics//Current Issues in quantum logic / Eds. Beltrametti S., Fraassen B. Van. New York, London: Plenum, 1981, pp.229-258.
  58. Freundlich 1977 Freundlicht V. Two views of an objective quantum theory // Found. Phys. 7, No 3-4.1977. pp.279-300.
  59. Friedman Glymour 1972 Friedman M , Glymour C. If quanta had logic // J Phil Log. 1, No 1. 1972. pp.16-28.
  60. Moore and N. Read, Nonabelions in the fractional quantum Hall effect, Nucl. Phys., В 360, 362-396 1991.
  61. t’Hooft, On the phase transition toward permanent quark confinement, Nucl. Phys., В 138, 1-25 1978.
  62. Giuntini 1996 Giuntmi R. Quantum MV Algebras// Studia Logica, 56, 393- 417, 1996.
  63. Giuntini Greuling 1989 Giuntmi R., Greuling H. Toward a formal language for unsharp properties// Found.Phys. 20. 1989. pp.931-935.
  64. Goldblatt 1974 Goldblatt R. I. Semantic analysis of orthologic // J. Phil. Log. 3, No 1-2. 1974. pp. 19-35.
  65. Greechie 1974 Greechie R. J. Some results from the combinatorial approach to quantum logic // Synthese, 29, No ‘A, 1974. pp.И3-130.
  66. Greechie Gudder 1971 Greechie R. J., GudderS. P. Is quantum logic a logic? // Helv Phys.Acta, v.44, No 2, 1971. pp.236-240.
  67. Hadjisawas et al. 1980 Hadjisawas N., Thieffine F., Mugur-Schachter M Study of the Piron’s system of questions and propositions//Found Phys.,10. No 9-10. 1980. pp.751-756.
  68. Hardegree 1974 Hardegree G. M. The conditional in quantum logic // Syntheses, 29, No V*. 1974. pp.63-80.
  69. Hardegree 1975 Hardegree G. M. Quasi-impHcative lattice and the logic of quantum mechanics//Zeitschr.Naturforschuna, Tubingen, v 30A, No 11, 1975. pp.1347-1360.
  70. Hardegree 1981 Hardegree G. M. An axiom system for orthomodular quantum logic // Studia Logica 40, No 1 1981, pp. 1-12.
  71. Hooker 1974 Contemporary research m Foundations ‘and philosophy of quantum theory / Ed. by Hooker C.A Dordrecht etc.: Reidel, 1973.
  72. Hooker 1975 The logico-algebraic approach in quantum mechanics vol 1. Historical evaluation / Ed. by Hooker C.A., Dordrecht etc.: Reidel, 1975.
  73. Hooker 1979 The logico-algebraic approach in quantum mechanics vol 1, Contemporary consolidation / Ed. by Hooker C.A., Dordrecht etc.: Reidel, 1979.
  74. Hooker 1979a Physical theory as logico-algebraic structure / Ed. by Hooker C.A., Dordrecht etc.: Reidel, 1979.
  75. Hughes 1981 Highes R. /. G. Realism and quantum logic // Cuirent Issues m quantum Idgic/ Eds. Beltrametti S., Fraassen В Van. New York, London: Plenum, 1981, pp.77-87.
  76. I Kron et a! 1981 Kron A., Marie Z., Vujosevic S. Entailment and quantum logic // Current Issues in quantum logic / Eds. Beltrametti S., Fraassen B. Van. New York, London: Plenum, 1981, pp. 193-207.
  77. ISvozil 1998J Svozil К. Quantum Logic. Singapore Springer, 1998
  78. Evslin, S. Kakade, and J. Preskill, unpublished 1996.
  79. Preskill and L.M. Krauss, Local discrete symmetry and quantum mechanical hair, Nucl. Phys., В 341, 50-100 1990.
  80. Preskill, Quantum computing: pro and con Proc. Roy. Soc. Lond. A 454, 469-486 1998 online preprinthttp://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9705032, 1997; перевод в Квантовые вычисления: за и против. — РХД, Ижевск 1999.
  81. Preskill, Reliable quantum computers, Proc. Roy. Soc. London A, 454, pp. 385-410 1998 online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant- ph/9705031, 1997; перевод: Дж. Прескилл, Надежные квантовые компьютеры в этом издании.
  82. von Neumann, Probabilistic logics and synthesis of reliable organisms from unreliable components, in Automata Studies, ed. С. E. Shannon and J. McCarthy Princeton, Princeton University Press, 1956.
  83. I. Cirac and P. Zoller, Quantum computations with cold trapped ions, Phys. Rev. Lett, 74, 4091-4094 1995.
  84. Jauch Piron 1970 Jauch J. M., Piron C. What is «Quantum logic»? // Quanta / Eds. Freund P.G.C., Goebel G.I. and Nambu J — Chicago, London: The University of Chicago Press, 1970. pp. 166-181.
  85. Obenland and A.M. Despain, Simulation of factoring on a quantum computer architecture, in Proceedings of the 4th Workshop on Physics and Computation, Boston, November 22-24,1996, Boston, New England Complex Systems Institute, 1996.
  86. Obenland, and A.M. Despain, Impact of errors on a quantum computer architecture, Technical Report, Information Science Institute, University of Southhem California, Oct 1, 1996; online preprint http://www. isi.eu/acal/quantum/quantumoperrors.ps, 1996.
  87. Kalmbach 1974 Kalmbach G. Orthomodular Logic // Zeitschr. Math.Log. und Grundl.Math., Bd.20, H.5, 1974. 395-406.
  88. Kochen Specker 1967 Kochen C., Specker E. P. The problem of hidden variables in quantum mechanics // J.Math.Mech., v.17, No 1,1967, pp.59-88.
  89. Kustner 1984 Kustner H. How to formalize natural language negation — a proposition and some consequences // Prague Bull.Math.Linguist.., No 2, 1984. pp. 15-25.
  90. Latser 1974 LatserR. Errors in the no hidden variables proof of Kochen and Specker//Synthese. 29. No 1-4. 1974. pp.331-372.
  91. Alford, S. Coleman, and J. March-Russell, Disentangling nonabelian discrete quantum hair, Nucl. Phys., В 351, 735-748 1991.
  92. Grassl, Th. Beth, and T. Pellizzari, Codes for the quantum erasure channel, Phys. Rev., A 56, 33-38 1997.
  93. B. Plenio and P.L. Knight, Decoherence limits to quantum computation using trapped ions, Proc. Roy. Soc. Lond., A 453, 2017-2041 1997.
  94. G. Alford, K. Benson, S. Coleman, J. March-Russell, and F. Wilczek, Interactions and excitations of nonabelian vortices, Phys. Rev. Lett., 64, 1632-1635 1990.
  95. Malhas 1994 Malhas O Q Abacus Logic the lattice of quantum propositions as the poset of a theoiy // J Symb Log 59 No2 1994 pp 501-515 Malinowski 1990 Malinowski J The deduction theorem for quantum logic — some negative results//J Symb Logic vol 55 No 2 1990 pp 615-625 Mangam 1973 Mangam P Su certe algebra connessc con logiche a pm valore // Bollettino deH’Umone Matemaiica Itahana 8, 1973 pp 68-78 Meyer 1999 MeyerD A Finite Precision Measurement Nullifies the Kochen- Spekker Theorem // Los-Alamos E-print Archive quant-ph/9905080, 1999
  96. Mittelstaedt 1978} Mittehtaedt P Quantum Logic Dordrecht etc Reidel, 1978
  97. Mittelstaedt 1981 Mittelstaedt P The modal logic of quantum logic // Current Issues in quantum logic / Eds Beltrametti S , Fraassen В Van New York, London Plenum, 1981, pp 479-504
  98. Mittelstaedt 1983 Mittelstaedt P Relativistic quantum logic // Int J Theor Phys 22 No 4 1983 pp 293-352
  99. Mundici 1986 Mundici D Interpretation of AF C*-Algebras in Lukasiewicz Sentential Calculus// Journal of Functional Analysis 65, 15-63 1986 Nishimura 1980 Nishimura H Sequential method in quantum logic //J Symb Log ,45, No 2, 1980 pp 335-352
  100. Gershenfeld and I. Chuang, Bulk spin resonance quantum computation. Science, 275, 350-356 1997.
  101. Read and Е. Rezayi, Quasiholes and fermionic zero modes of paired fraction quantum Hall states: the mechanism for nonabelian statistics, Phys. Rev. B, 54, 16864-16887 1996; online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/cond-mat/9609079,1996.
  102. Nishimura 1994 J Nishimura H Proof theory for minimal quantum logic I and II //Intern J Theoret Phys 33,1994 pp 103-113 and 1427-1443 Pavicic 1992 Paviéic M Bibliography on quantum logics and related structures // Int J of Theoretical Physics Vol 31 No3 1992 pp 373-460 Putnam 1974 Putnam H How to think quantum-logically9 // Synthese, 29, No Vi, 1974 pp 55-61
  103. Gâcs, Reliable computation with cellular automata, J. Comp. Sys. Sei, 32, 15-78 1986.
  104. Shor, Fault-tolerant quantum computation, in Proceedings of the Symposium on the Foundations of Computer Science, Los Alamitos, CA, IEEE Computer Society Press, 1996, pp. 56-65 online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9605011,1996.
  105. Shor, Scheme for reducing decoherence in quantum computer memory, Phys. Rev., A 52, R2493-R2496 1995.
  106. Lett., A 92, 271-272 1982.
  107. 1-20.
  108. A. Turchette, C.J. Hood, W. Lange, H. Mabuchi, and H.J. Kimble, Measurement of conditional phase shifts for quantum logic. Phys. Rev. Lett., 75, 4710-4713 1995.
  109. Quantum Logic from Quantum Computation //Alternative Logics. Do Sciences Need Them? / Paul Weingartner Ed.. Springer. Berlin, Heidelberg, 2004, pp. 323-338
  110. Laflamme, C. Miquel, J.R Paz, and W. Zurek, Perfect quantum error correction code, Phys. Rev. Lett., 77, 198-201 1996.
  111. Landauer, Is quantum mechanically coherent computation useful? In Proc. Drexel-4 Symposium on Quantum Nonintegrability-Quantum- Classical Correspondence, Philadelphia, PA, 8 September 1994, ed. D. H. Feng and B.-L. Hu Boston, International Press, 1997.
  112. Landauer, Is quantum mechanics useful? Phil. Tran. R. Soc. bond., 353, 367-376 1995.
  113. Landauer, The physical nature of information, Phys. Lett., A 217, 188- 193 1996.
  114. Prange and S. Girvin eds., The Quantum Hall Effect, New York, Springer-Verlag, 1987; перевод Квантовый эффект Холла, под ред. Р. Пренджа и С. Гирвина. — М.: Мир 1989.
  115. Р. Feynman, Simulating physics with computers, Int. J. Theor. Phys., 21, 467-482 1982; перевод: Р. Фейнман, Моделирование физики на компьютерах. Квантовый компьютер и квантовые вычисления. — Ижевск, РХД 1999.
  116. W. Ogbum and H. Preskill, Topological quantum computation, in Lect. Notes in Comp. Sei. C.P. Williams ed. 1509, 341-356, Springer-Verlag 1999.
  117. Redei 2001 Redet M Facets of Quantum Logic // Stud Hist Mod Phys Vol 32 Noi 2001 pp 101-111
  118. Reichenbach 1944 Reichenbach H Philosophic foundations of quantum mechanics Berkeley, Los Angeles Umv of California Press, 1944 Riscos Laita 1987 RiscosA , Laita L M N-categories in logic // Zeitschr Math Log Grundl Math , Bd 33 1987, s 507-516 Suppes 1976 Logics and Probability in Quantum Mechanics / Ed by Suppes P , Dordrecht etc Reidel 1976
  119. Haroch and J.-M. Raimond, Quantum computing: dream or nightmare? Phys. Today, 49 8, 51-52 1996.
  120. Lloyd, Universal quantum simulators, Science, ПЪ, 1073-1078 1996; correction in Science 279,1113-1117 1998.
  121. W. Hawking, Breakdown of predictability in gravitational collapse, Phys. Rev., D 14, 2460-2473 1976.
  122. Stachel 1974 Stachel J Comments on “The formal representation of physical quantities” // Logical and epistemological studies in contemporary physics/Ed by Cohen R S , Wartofsky M W Dordrecht etc Reidel 1974 pp 214-223
  123. Stachel 1976 Stachel J The “logic” of “quantum logic” // PSA 1974 Proc 1974 Biennial Meet Phil Sei Assoc , Dordrecht etc Reidel, 1976, pp 515-526 Stachow 1981 Stachow E -W Sequential quantum logic // Current Issues in quantum logic / Eds Beltrametti S , Fraassen В Van New York, London Plenum, 1981,pp 173-191
  124. Stairs 1983 Stairs A On the logic of pairs of quantum systems // Synthese 56, No 1 1983 pp 47-60
  125. Stout 1979 Stout L N Laminations, or How to Build a Quantum-Logic-Valued Model of Set Theory//Manuscripta Mathematica Vol 28 1979 pp 379- 403
  126. Strauss 1936 Strauss M Zur Begründung der statistischen transformatuins théorie der quantenphvsik//Berliner Berichte 1936 S 38-398
  127. Banks, L. Susskind, and M.E. Peskin, Difficulties for the evolution of pure states into mixed states, Nucl. Phys., В 244, 125-134 1984.
  128. Takeuti 198 L Takeuti G. Quantum Set Theory // Current Issues in quantum logic / Eds. Beltrametti S., Fraassen B. Van New York, London. Plenum, 1981. pp 302-322.
  129. Tamura 1988 Tamura S. AGentzen formulation without the cut rule for ortholattices // Kobe Journal ofMathematics 5 1988, pp. 133-150.
  130. Thieffine 1983 Thieffme F. Compatible complement and Piron’s system and ordinary modal logic//Lett.Nuovo Cim 36 No 112. 1983 pp 377-381
  131. Thieffme eta, 1981 Thieffine F, Hadjisavvas N, Mugur- Schächter M. Supplement to a critique of Piron’s system of questions and propositions // Found Phys. 11. No 7-8. 1981. pp.645-649.
  132. Urquhart 1973 UrquhartA. An Interpretation of many-valued logic // Zeitschr. Math.Log. und Grundl.Math., 19 1973, pp. 111- 114.
  133. Vasyukov 1993 Vasyukov V. L. The Completeness of the Factor Semantics for Lukasiewicz’s Infinite-valued Logics // Studia Logica 52, 1 1993, pp 143-167.
  134. Vasyukov 2000 Vasyukov V. L. Many-valued Logic of Directed Time // Multple-Valued Logic, vol.5, 2000, pp. 163-173.
  135. Vasyukov 2003 Vasyukov V. L. Effects in Quantum Logic of Observables // Логические исследования, вып. 10, M.: Наука, 2003. С.241-256.
  136. Vasyukov 2003 Vasyukov V. L. From Semantics to Syntax: Quantum Logic of Observables // Alternative Logics. Do Sciences Need Them? / Paul Weingartner Ed.. Springer, Berlin, Heidelberg, 2004, pp.299-322.
  137. Vikipedija
  138. G. Unruh, Maintaining coherence in quantum computers, Phys. Rev., A 51, 992-997 1995.
  139. H. Zurek, Decoherence and the transition from quantum to classical, Phys. Today, 44, 36-44 1991.
  140. K. Wootters and W.H. Zurek, A single quantum cannot be cloned, Nature 299, 802-803 1982; Nature 304, 188-189 1983.
  141. Wang 1961 Wang H. The calculus of partial predicates and its extension to set theory 1 //Zeitschr. Log und Grundl.Math., Bd.7,1961.
  142. Weizsäcker 1956 Weizsäcker C. F. von. Komphmentaritat und Logik //Naturwissenschaften. Bd.42, H.19, 1956, S.521-529.
  143. Zeman 1979 Zeman J. J. Quantum logic with implication // Notre Dame J.Form.Log. 20, No 4. pp 723-728.
  144. А.Ю. Китаев, Квантовые вычисления: алгоритмы и исправления ошибок, Успехи мат. наук, 52, стр. 53-112 1997.
  145. Алексеев и др. 1984 Алексеев И. С., Овчинников Н. Ф., Печенкин А.А. Методология обоснования квантовой теории История и современность М.: Наука 1984.
  146. Белнап Стил 19811 Беанап И, Стил Т. Логика вопросов и ответов М.: Прогресс. 1981.
  147. Биркгоф 1964} Биргкоф Г. Теория решеток. М.: Наука. 1964.
  148. Брателли Робинсон 1982 Брателли У., Робинсон Д. Операторные алгебры и квантовая статистика М..Мир. 1982.
  149. Бунге 1975 Бунге М. Философия физики. Прогресс, М.. 1975.
  150. Васюков 1983 Васюков В.Л. Квантовая логика времени // Логические исследования Труды научн.-иссл. семинара по логике ИФАН СССР, М., 1983. С.93-102
  151. Васюков 1987 Васюков В.Л. Комплекснозначные логики или как учитывать контекст в логических системах // Нестандартные семантики для неклассических логик. / Труды научно-исследовательского семинара по логике ИФАН СССР, М., 1987. C.15-3S.
  152. Васюков 1989 Васюков В.Л. Квантовая логика втопосах// Исследования по неклассическим логикам, Наука, М., 1989. С. 338-348
  153. Васюков 1989а Васюков В.Л. Квантовая логика наблюдаемых: реконструкция и семантический анализ // Синтаксические и семантические исследования неэкстенсиональных логик, Наука, М., 1989. С. 120-169.
  154. Васюков 1989в Васюков В.Л. Квантовая логика и расширения логических систем // Современные исследования по квантовой логике, изд-во МГУ, М., 1989. С.76-89.
  155. Васюков 1998 Васюков В.Л. Формальная феноменология, Наука, М., 1998.
  156. Васюков 1999 Васюков В Л Направление времени в семантике многозначных возможных миров //Труды научн.-исслед. семинара логического центра Института философии РАН, М., 1999. С.143-155.
  157. Гольдблатт 1983 Гольдблатт Р. Топосы: Категорный анализ логии. Мир, М„ 1983
  158. Е. Knill and R. Laflamme, A theory of quantum error-correcting codes, Phys. Rev. A 55, 900-911 1997.
  159. Ермолаева Мучник 1974 Ермолаева H. М., Мучник А. А. Модальные расширения логических исчислений типа Хао Вана // Исследования по формализованным языкам и неклассическим логикам. М.: Наука. 1974. С.172-193.
  160. Карнап 1971 Карнап Р. Философские основания физики. Прогресс, М., 1971.
  161. Карпенко 1985 Карпенко А. С. Фактор-семантика для бесконечнозначной логики Лукасевича // Неклассические логики Труды научно-исследовательского семинара по логике Института философии АН СССР, М., 1985. С.20-26.
  162. Кейслер Чэн 1971 Кейслер Г.Дж., Чэн чен-чунь. Теория непрерывных моделей. М.: Мир, 1971.
  163. Кон 1968 Кон П. Универсальная алгебра. М.: Мир, 1968.
  164. Лукасевич 1959 Лукасевич Я. Аристотелевская силлогистика с точки зрения формальной логики. М.: Изд-во иностр.лит-ры, 1959.
  165. Макки 1965 Макки Дж. Лекции по математическим основам квантовой механики. М.: Мир, 1965.
  166. Меськов 1986 Меськов В. С. Очерки по логике квантовой механики. М.: изд-во МГУ, 1986.
  167. Н.-К. Lo and J. Preskill, Nonabelian vortices and nonabelian statistics, Phys. Rev., D 48, 4821^834 1993
  168. Нейман 1964 Нейман И. фон. Математические основы квантовой механики. М.: 1964.
  169. Панченко 1981 Панченко А. И. Логико-гносеологические проблемы квантовой физики. Наука, М., 1981.
  170. Панченко Роженко 1983 Панченко А. И., Роженко H. М. Развитие квантовой логики в зарубежной литературе. Период между IV Бухарест, 1971 и VII Зальцбург, 1983 международными конгрессами по логике, методологии и философии науки: Обзор // Материалы к VII Международному конгрессу по логике, методологии и философии науки: современные зарубежные исследования. М., 1983. С.136-167.
  171. Пятницын 1965 Пятницын Б. Н. О логике физики микромира //Логическая структура научного знания. М.: Наука, 1965. С.336-348.
  172. Р. Shor, Algorithms for quantum computation: discrete logarithms and factoring, in Proceedings of the 35thAnnual Symposium on Fundamentals of Computer Science Los Alamitos, CA, IEEE Press, 1994, pp. 124— 134; Расширенная версия: SIAM J. Comp. 26, 1484-1509 1997, online preprint quant-ph/9508027; перевод: П. Шор, Полиномиальные по времени алгоритмы разложения числа на простые множители и нахождения дискретного логарифма для квантовых компьютеров. Квантовый компьютер и квантовые вычисления. — Ижевск, РХД 1999.
  173. Рейхенбах 1962 Рейхенбах Г. Направление времени. Изд-во иностр. лит., М„ 1962.
  174. Роженко 1964 Роженко П. М. Дополнительность и квантовая логика // Философские вопросы современной физики, Киев: Наукова думка, 1964. С.265-270.
  175. Роутлей Мейер 1981 Роутлей Р., Мейер Р. Семантика следования // Семантика модальных и интенсиональных логик. Прогресс, М., 1981. С.363-423.
  176. С. Zalka, Threshold estimate for fault tolerant quantum computing online preprint http://lanl.arxiv.org/abs/quant-ph/9612028,1996.
  177. Сегербсрг 1979 Сегерберг К. Временная логика фон Вригта//Логический вывод. М.: Наука, 1979. С.173-205.
  178. Токио 2003 Токио К. Extended Quantum Logic // Journal of Philosophical Logic Vol. 32. pp. 549-563.
  179. Фейс 1974 ФейсР. Модальная логика. М.: Наука. 1974.
  180. Эмх 1976 ЭмхЖ. Алгебраические методы в статистической механике и квантовой теории поля. М.: Мир, 1976.